Selectie

Of het nu gaat om de aanschaf van een hond of het fokken van een nest: onze selectie gebeurt steeds met het oog op de toekomst. Niet zelden bestaat er in afwachting van de geboorte  van een pup in ons achterhoofd reeds een plan met hem of haar. Of dat plan in de verdere toekomst ook effectief uitgevoerd wordt, hangt af van meerdere factoren waarvan ‘de wijze waarop de desbetreffende hond uitgroeit’ de belangrijkste is.

Door te selecteren wordt er gestreefd naar het verbeteren van bepaalde kenmerken en het verankeren van gewenste eigenschappen. Dit is slechts mogelijk indien men als fokker in staat is de fouten van eigen honden te (h)erkennen. Een uitstekende kennis van de rasstandaard is dus essentieel.

In ons fokprogramma houden we rekening met uiterlijk, gezondheid en karakter, waarbij het ene net zo belangrijk is als het andere. 

Het doel is steeds het fokken van een functionele Cane Corso die beantwoordt aan de rasstandaard. Functioneel, in die zin dat hij in staat is om dat te doen waarvoor hij oorspronkelijk gefokt werd. Van de vele taken die de Cane Corso in het verleden had als helper van de mens, is dat vandaag voornamelijk nog het beschermen van zijn familie en hun eigendommen.
Om hiertoe in staat te zijn is het essentieel dat de hond gezond is en over de juiste karaktereigenschappen beschikt.

Onze selectie is NIET gebaseerd op kleur. De vraag naar pups in de kleuren ‘blauw en formentino’ blijft toenemen en vele fokkers spelen hierop in, niet zelden zonder het verlies van rastypische eigenschappen.

Indien u bij ons puppies tegenkomt in deze vachtkleuren, dan zijn deze het gevolg van een weloverwogen combinatie van ouderdieren. Een combinatie die elkaar aanvult en versterkt, waarbij de kleur van hun nazaten geen prioriteit is.

We zijn fokker van de Cane Corso. Niet van puppies in de kleurtjes waarnaar er het meest gevraagd wordt.

Fokken is geen wiskunde: rastypische ouders geven geen garantie op rastypische pups, net zoals gezonde ouders geen garantie geven op gezonde nazaten. Selecteren vereist dan ook dat men zich als fokker niet alleen verdiept in de ouders maar ook in de voorouders, nestgenoten en eventuele eerdere nazaten van de hond in kwestie. Dit vergt zowel kennis, ervaring als contacten. En niet te vergeten: passie!

Wanneer een fokker in zijn programma de focus legt op slechts één kenmerk in plaats van op het totaalpakket uiterlijk-gezondheid-karakter, dan kan dat leiden tot het herhaaldelijk fokken van gezonde Cane Corso’s al dan niet met een geschikt karakter, die uiterlijk niet herkenbaar zijn als het ras waartoe ze volgens hun stamboom behoren. Of andersom: rastypische Cane Corso’s die geen normaal leven kunnen leiden omdat ze zodanig angstig en onzeker zijn en/of te kampen hebben met ernstige gezondheidsproblemen.
Met andere woorden: om een complete hond te fokken moet de kerk  in het midden blijven. Dat klinkt hoe dan ook eenvoudiger dan het in de praktijk is.

Hoe groot ook de kennis van een fokker, en hoe goed hij ook selecteert: een hond is een levend wezen en dat betekent dat het onmogelijk is om enkel rastypische honden te fokken die gezond zijn en over het juiste karakter beschikken. Elke fokker zal vroeg of laat tot deze vaststelling komen.

De Cane Corso is een ras dat weinig homogeniteit kent. De snelste wijze om homogeniteit te bekomen is door lijnteelt toe te passen. In ons fokprogramma werken we aan homogeniteit door ons te concentreren op het fenotype en minder op het genotype. Anders gezegd: honden die uiterlijk sterke overeenkomsten hebben en niet zozeer genetische. In de combinaties door ons gemaakt is de inteelcoëfficiënt in de meeste gevallen dan ook laag.

Dat bloed geen water is ervaren we niet alleen in de uiterlijke kenmerken maar ook in het karakter en gedrag van onze honden. Niet alleen zien we sterke overeenkomsten in het temperament, de wil om te werken of te waken, maar ook in bepaalde gedragingen zoals eten, de omgang met andere honden enz. Een aspect van de fokkerij dat ons steeds blijft boeien!